Muziek 2

Op donderdag 15 Maart 2012, heb ik een muziekles gegeven aan groep 1/2a. De muziekles ging over het opstaan 's ochtends en wat je dan allemaal doet. daarbij heb ik de kinderen kennis laten maken met het liedje: "wakker worden". ook hebben we met een aantal muziekinstrumenten geluiden van wekkers nagemaakt en elkaar wakker gemaakt met deze geluiden. ook hebben we helemaal uitgebeeld wat je allemaal doet als je opstaat.


LESVOORBEREIDING

  

3 BRONNEN IN LESVOORBEREIDING


BRON 1
In mijn muziekles heb ik gebruik gemaakt van het KVB-model. ik heb gewerkt met de Klank, Betekenis en Vorm.
in mijn lesvoorbereiding zie je terug waar en wanneer ik die drie dingen gebruikt heb.
daarnaast heb ik rond het KVB-model de drie vormen: nadenken & praten, bewegen en zingen gebruikt. ook die kun je terugvinden in bovenstaand lesvoorbereiding.

BRON 2
In mijn les heb ik gebruik gemaakt van bewegen. omdat we veel hebben bewogen in mijn les heb ik dat opgezocht in Muziekmeester. daar vond ik onderstaand stukje over. In de foto gaat het om het stukje: "jonge kinderen leren met het hele lichaam".


















BRON 3
Ook heb ik tijdens mijn muziekles veel gezongen. daar vond ik onderstaand stukje over. Je moet dit namelijk ook organiseren. het gaat om paragraaf 3.3.2 Organiseren.

LESBEGELEIDING ingevuld door mentor

REFLECTIE VANUIT DIDACTIEK BRON
In deze muziekles waren we veel bezig met het zingen van het liedje. Na afloop van mijn les vroeg mijn mentor of ik wist of iedereen had meegezongen. Ik kon daar niet goed antwoord op geven. Ik besefte dus dat ik nauwelijks op het zingen heb gelet, en ik heb er ook geen aandacht aan geschonken. Daarom ben ik in "muziekmeester" gaan opzoeken wat ik als leerkracht nou zou moeten doen. Dus hierbij de didactiek die ik eigenlijk moest gebruiken maar waar ik nu dus iets van weet en ik het zeker ga gebruiken in nieuwe muzieklessen.

Muziekmeester! blz. 33 § 2.3 Wat doe je als Leraar?
"De kern van wat je als leraar doet, is de kinderen laten zingen. Je zorgt ervoor dat de kinderen tegelijk beginnen, gelijk eindigen, op dezelfde toonhoogte zingen, in de maat blijven, in het juiste tempo zingen. Ofwel: je geeft leiding aan het zingen. Vervolgens schenk je ook aandacht aan de kwaliteit van het zingen: in een schoolklas wordt anders gezongen dat op het voetbalveld. In de derde plaats kies je liederen uit methodisch geordend materiaal. Tot slot hoort het bij het vak van leraar om liederen op een goede manier aan te leren."


FOTO'S